De woorden gebeurt en gebeurd worden vaak door elkaar gehaald, maar ze hebben een duidelijk verschillend gebruik en betekenis binnen de Nederlandse grammatica.
Wanneer gebruik je gebeurt?
- Gebeurt is een vorm van het werkwoord gebeuren in de tegenwoordige tijd (presens).
- Je schrijft gebeurt als het gaat om iets wat op dit moment plaatsvindt of regelmatig gebeurt.
- Het is een persoonsvorm (meestal derde persoon enkelvoud).
- Voorbeeldzinnen:
- Wat gebeurt er hier?
- Er gebeurt elke dag iets nieuws.
- Het gebeurt niet vaak dat hij te laat komt.
Hier voeg je een -t toe aan de stam van het werkwoord (stam = “gebeur” + t = gebeurt).
Wanneer gebruik je gebeurd?
- Gebeurd is het voltooid deelwoord van het werkwoord gebeuren.
- Je gebruikt gebeurd wanneer je spreekt over iets dat in het verleden is afgerond, vaak in combinatie met een hulpwerkwoord zoals is, heeft of was.
- Voorbeeldzinnen:
- Wat is er gebeurd?
- Er is gisteren iets onverwachts gebeurd.
- Het was al gebeurd voordat ik aankwam.
Omdat het hier het voltooid deelwoord betreft, schrijf je het met een -d zoals bij veel voltooid deelwoorden.
Ezelsbruggetje
- Als het woord de persoonsvorm is en het over het heden gaat, schrijf je gebeurt.
- Als het woord het voltooid deelwoord is en iets in het verleden aanduidt, schrijf je gebeurd. Meestal staat er dan een hulpwerkwoord in de zin.
Veelvoorkomende fouten om te vermijden
- “Het is gebeurt” is fout; correct is “Het is gebeurd”.
- De verwarring komt deels doordat je het verschil niet hoort, maar alleen door de context en grammaticale functie kun je het goed bepalen.
Veelgestelde vragen over gebeurt en gebeurd
1. Wat is het verschil tussen gebeurt en gebeurd?
Gebeurt is een vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd (bijvoorbeeld: Wat gebeurt er nu?), terwijl gebeurd het voltooid deelwoord is dat iets aangeeft dat in het verleden is afgerond (bijvoorbeeld: Wat is er gebeurd?). Het onderscheid ligt dus vooral in de tijd en grammaticale functie.
2. Wanneer gebruik ik gebeurt met een -t?
Je gebruikt gebeurt als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd bij de derde persoon enkelvoud. Het wordt gevormd door de stam gebeur + t. Bijvoorbeeld: Er gebeurt elke dag iets nieuws.
3. Wanneer gebruik ik gebeurd met een -d?
Gebeurd is het voltooid deelwoord. Dit gebruik je als je praat over iets dat al heeft plaatsgevonden, vaak in combinatie met een hulpwerkwoord zoals is, heeft of was. Bijvoorbeeld: Wat is er gebeurd? of Het is gisteren gebeurd.
4. Is het fout om “Het is gebeurt” te schrijven?
Ja, dat is fout. Het juiste is “Het is gebeurd” omdat hier het voltooid deelwoord hoort te staan met een -d.
5. Hoe kan ik het beste onthouden wanneer ik gebeurt of gebeurd moet schrijven?
Een handig ezelsbruggetje is: kijk of het woord een persoonsvorm is die nu iets beschrijft. Dan schrijf je gebeurt met een t. Staat er een hulpwerkwoord erbij en gaat het over iets dat al klaar is, dan is het gebeurd met een d.
6. Komt er bij gebeurt ook een hulpwerkwoord?
Nee, gebeurt staat meestal als persoonsvorm zonder hulpwerkwoord in de tegenwoordige tijd.
7. Wat is het onderwerp bij zinnen met gebeurt of gebeurd?
Bij gebeurt is het onderwerp vaak een woord als wat of er, en dit bepaalt dat de persoonsvorm (gebeurt) met een t wordt geschreven. Bij gebeurd is het woord een voltooid deelwoord dat niet verandert met het onderwerp.
8. Kan ik gebeurt ook in de verleden tijd gebruiken?
Nee, voor de verleden tijd gebruik je gebeurde (zonder t), en voor het voltooid deelwoord gebeurd.