Ben jij een pessimist of optimist?

Ben jij een pessimist of een optimist? Laten we ten eerste duidelijk maken dat een pessimist niet per sé altijd negatief en neerslachtig is, en een optimist niet altijd vrolijk. Iemand die positief in het leven staat, kan net zo goed boos of verdrietig zijn. En andersom, kan een negatief persoon keihard lachen en plezier maken. Het gaat meer om de tegengestelde manieren van kijken naar de wereld. Hoe je omgaat met tegenslagen, en de manier waarop je deze tegenslag verklaart.

Een pessimist ziet de moeilijkheid in elke mogelijkheid, een optimist ziet juist een mogelijkheid in iedere moeilijkheid.’ – Winston Churchill 

Wie is er het meest realistisch?

Je komt in de file terecht terwijl je onderweg bent naar je werk. Een pessimist zou denken: ‘Heb ik weer’, ‘Waarom overkomt mij dit altijd?’, of ‘Wat een rotdag’. Wat typerend is voor een pessimist, is dat ze tegenslagen persoonlijk maken. Dat het logisch is dat het hen overkomt, want ja, zij hebben altijd ongeluk. En ten slotte betrekken ze de tegenslag op factoren die er verder niets mee te maken hebben.

Het probleem wordt uitvergroot, zoals dat de dag meteen verpest is. Een optimist zou daarentegen denken ‘file, rot, maar het kan gebeuren’, en accepteert dat hij in een situatie belandt waar hij zelf niets aan kan veranderen. Zij beseffen dat in de file staan onmacht is, en niet in jouw cirkel van invloed. Optimisten maken pech niet persoonlijk, maar verklaren de tegenslag met de externe factoren op dat moment.

Eigenlijk is dus de conclusie van dit verhaal, dat optimisten realistischer zijn. Dat is grappig, want pessimisten omschrijven zichzelf bijna altijd als realistisch. Er zijn ook weinig pessimisten die daadwerkelijk toegeven pessimistisch te zijn, nee, ‘wij zijn gewoon realistisch!’.  Zij zien optimisten als naïef, of zelfs wereldvreemd. Wat daarnaast ook nog blijkt, is dat mensen met een pessimistische kijk vaker burn-out klachten hebben, en vatbaarder zijn voor depressies. Optimisten daarentegen zitten beter in hun vel, hebben meer energie, zijn gezonder, beter bestand tegen stress en leveren betere prestaties.

‘Nooit, altijd, weer’

Test jezelf eens op je uitspraken als je in een vervelende situatie terecht komt. Wat namelijk blijkt, is dat pessimisten vaak woorden gebruiken als ‘nooit’, ‘altijd’, of ‘weer’. Dit zijn woorden die de situatie groter of erger maken dan het is, iets wat een pessimist dus doet. Een optimist doet dit niet, want die betrekt pech niet op andere situaties, en beseft dat het een tijdelijke situatie is.

Voorbeelden van pessimistische uitspraken zijn ‘dit gaat mij nooit lukken’, ‘ik ga nooit afvallen’, ‘ik heb altijd pech’, ‘jij doet altijd boos tegen mij’, ‘tuurlijk, dit gebeurt mij weer’, ‘Ja hoor, weer sta ik in de file’, ‘het is weer mislukt’.

Eigenschappen optimist

Om zo gelukkig mogelijk te zijn, kun je dus beter een optimist zijn. Twijfel je er aan of je dit wel bent? Kijk eens of je jezelf herkent in de volgende eigenschappen, die toebehoren aan optimistische mensen. Optimistische mensen vechten voor wat ze willen, zien fouten en mislukkingen als kansen om te leren, ze zijn eerlijk tegen zichzelf, ze vergelijken zichzelf niet met anderen, weten zichzelf te motiveren, aanvaarden andere mensen zoals ze zijn en ze ontwikkelen zichzelf.

Hoe word ik optimistischer?

Herken jij jezelf in negatieve gedachten, gedachten die eigenlijk helemaal niet aansluiten bij de werkelijkheid en vind je dit vervelend? Probeer dan je denkpatroon te doorbreken. Als je in een situatie terecht komt waarin je een tegenslag ervaart, of pech hebt, probeer dan bewust na te denken over je gedachten. Vervolgens ga je de situatie relativeren. Is wat ik denk wel waar? Wat kan ik er zelf aan doen? Hoe erg is het eigenlijk? Hoe lang gaat het probleem standhouden? Vaak kom je er achter dat het of niet eens een probleem is, of het slechts een tijdelijke situatie is waar je helemaal niets aan kunt veranderen.

Een andere tip is om niet in problemen te denken, maar in oplossingen. Richt je op wat je er wél aan kan doen, in plaats van het er maar bij neer te leggen en te balen. Denk in mogelijkheden en kansen en besef dat je van je fouten leert. Tot slot kan het helpen om elke dag minstens drie dingen op te schrijven die leuk, goed of de moeite waard waren. Zo train je jezelf om na te denken over de positieve dingen.